Categorie archieven: Externe competitie

Help waar zijn mijn steunzolen?

Het is 6 oktober 2038 en de vraag is: “Weet jij nog (als we er nog zijn) wat er 20 jaar geleden gebeurde?”. Waarschijnlijk zal 99,9 % zeggen “Geen idee”. Maar die 0,1 % (als ik er nog ben 86 jaar oud) “Ja ik weet het”. Nuenen 1 &2 speelde voor de eerste keer in het 45 jarig bestaan niet samen. En nog meer? Ja: zowel Garde ( waar de liefste schaker van Nederland speelt) en Nuenen (waar de schaker met de grootste mond speelt) hadden een debuterende wedstrijdleider met name Jasper Buul en Cor van Leuken nadat Anton zijn leiderschap aan de wilgen had gehangen die al hevig in de herfstkleuren getooid was. Normaal hebben tijdens zo’n schaakmiddag steun aan elkaar maar nu leek het wel of de acht spelers van Nuenen 2 in een groot meer aan het watertrappelen waren om maar boven te blijven en niet te verzuipen terwijl de spelers van Garde als badmeesters aan de kan stonden met een uitdrukking op hun gezicht van “Kom maar”. Reinoud, Emile (ook debutant), Rinus en Anton dachten dat ze de hand van de badmeester kregen maar lachend werden ze weer in het meer terug gedrukt waar ze uiteindelijk blij mee waren dat ze niet in het meer van Loch Ness waren. George, Peter en Jan kregen de hand wel te pakken maar het slot van het liedje was dat ze niet op de kant werden getrokken. Dick ( die met die grote mond) kreeg de hand wel te pakken tegen de debuterende wedstrijdleider en liet niet meer los. Na uren lang gesjor viel het doek voor Jasper die een nat pak haalde en hij (die Amsterdammer) stond met zijn borst vooruit en met een blik van “Zei ik toch” zich af te drogen. Maar met bezoek van die liefste schaker kwam de middag ten einde en stond er 2 ½ -5 ½ op het scorebord. Terwijl alle wijnboeren blij zijn met een prachtige zomer (goed voor de druiven ) waren die bij ons heel zuur. Misschien is het handig om bij de volgende externe wedstrijd de opstelling niet te maken van de ELO rating maar wie heeft de meeste zwemdiploma’s met het liefst met de aantekening “Reddend zwemmen”.

Bibi

Voor reacties: neem contact op met auteur van het stuk.

Nuenen toch nog kampioen!

Zou het nog lukken kampioen te worden? de vorige wedstrijd was dramatisch verloren en de koppositie afgestaan aan de Baronie. Er waren drie voorwaarden; Nuenen moet winnen, De Baronie moet verliezen en Helmond moest niet met een ruime overwinning winnen.

Op bord 2 moest John tegen Laurens Quinten, aparte naam: nog nooit tegen iemand gespeeld met achternaam beginnend met Q. Het werd een Morragambiet, dat je ook wel precies moet kennen, levensgevaarlijk. Gelukkig kwamen de goede zetten voor zwart op het bord (tegen Wouter vd Zandt ben ik gauw het bord afgeveegd na zetverwisseling). Gelukkig kende ik de opening beter dan mijn tegenstander en na 13 zetten stond ik een kwaliteit voor. Wit probeerde nog een koningsaanval, maar ik kon dat snel afslaan. Bij de 20e zet gaf wit op: er was voor hem  geen eer meer aan te behalen. Een vlotte 1-0 voorsprong

Op bord 3 speelt Leon met wit tegen een – op papier – ongeveer even sterke tegenstander. Met één groot verschil! Hij kende de theorie, en ik nog steeds niet. Na afloop van de partij liet hij zich ontvallen dat hij niets van mijn spel snapte, en al zeker niet van mijn opening. Dat kan wel kloppen want mijn opening was net zo goed als anders. Het gevolg was dat mijn tegenstrever het centrum veroverde en ik een tot mislukken gedoemde aanval probeerde op te zetten op diens koning die na rokeren in de hoek op g8, en later op h8, stond. Volgens Joop had ik in deze fase met g4 een soort “alles of niets” offensief moeten inleiden. Maar ik speelde blijkbaar te slap en verloor ook nog eens een cruciale pion. Toen zwart eindelijk zijn twee vrije centrumpionnen kon gaan opspelen liet hij dat na omdat hij dacht te zien dat hij mijn dame kon veroveren. Ik kon de toren waarmee hij mijn dame aanviel echter gewoon slaan omdat de verdediger door een penning niet van zijn plek afkon. Gevolg: winst ipv verlies. 2-0

Hans Keijzers op bord 5 krijgt ook een Morra-gambiet met c3 in het Siciliaans. Wit offert een pion voor snelle vrije ontwikkeling. Het resultaat was een gedekte witte toren op d6 die het zwarte kamp in 2-en verdeelt. De hele partij bleef deze toren de zwarte organisatie verstoren. Uiteindelijk werd dit fataal. Wit heeft veel meer ruimte en dus snelheid om zijn stukken te manoeuvreren naar de zwakke plekken in zwarts kamp. Helaas een verlies 2-1.

Robert dacht na al zijn onderwijsjaren achter gelaten te hebben, blijkt dat de zevende en laatste ronde in een schoolgebouw wordt gespeeld. Gelukkig in de hal, en niet in een lokaal… Enkele minuten na de officiële starttijd (13.00) nam mijn tegenstander plaats tegenover mij. Al spoedig groeide de Siciliaanse opening uit tot een mild steekspel, waarin om pionwinst werd gestreden. Zo tot aan de 30e zet leken wij op een puntendeling af te stevenen. Een remiseaanbod zou ik niet voetstoots hebben aangenomen, gezien onze teamopdracht (winnen!).  Net als in de vorige ronde, speelde zwarts Lf5 een rol – een heel bijzondere in dit geval. De loper viel mijn dame aan; zwart hoopte (ik denk niet: verwachtte) dat ik Pg3xf5 zou antwoorden, waarop hij Dg6xg2 mat zou hebben geantwoord. Zwart had blijkbaar mijn antwoord Dc2xf5 niet betrokken in zijn berekeningen. Hij meende aldus een stuk te hebben weggegeven en gaf onmiddellijk op, hetgeen ik respecteerde. Echter… een van zwarts clubgenoten liet vervolgens zien dat zwart met Pf4-e2 schaak het witte paard op f4 aanviel. Ik zou het schaak moeten opheffen en daarmee de dekking van Df5 opgeven… Moraal van dit verhaal: geef nooit op in een gewonnen stelling. (hahaha, toevoeging van de editor) 3-1

Hans Reusink met wit op bord 5 kwam gelijk uit de opening, totdat Zwart op de 16e zet met een pionoffer het equilibrium doorbrak. De compensatie welke ik zag was dat mijn e- en f-pion werden gescheiden, die voorheen nog gebroederlijk richting vijandelijke koning keken. Zwart ging duidelijk uit van ‘het principe van twee zwakheden’: met de toren(s) druk uitoefenen op wits achtergebleven c-pion, plus rommelen met dame en loper op de koningsvleugel. Op de 30e zet kon Wit eindelijk zijn c-pion opspelen waarmee de zwakte op c2 werd opgelost. Een zet later kwam hier ook wits b-pion nog bij die en passant de zwarte toren verjoeg. De situatie op de damevleugel was nu vier verbonden witte pionnen tegen twee zwarte. Om promotie te voorkomen moest Zwart een volle toren geven, maar dit wachtte hij niet af, gaf op en zei: “en mijn pion heb ik ook nooit meer teruggezien.” Tussenstand 4-1

Daniel speelt op bord 1 met wit. De tegenstander speelt in 20 seconden 10 zetten theorie in de afruilvariant van het Damegambiet. De witte stelling is prettig te noemen terwijl zwart gedrongen staat. Wit voert met f4, g4 en Dh4 de druk flink op. Zwart krijgt het met een paar ruilen voor elkaar om ten koste van een pion zich te bevrijden. En nu gebeurt er iets raars; wit heeft niet door dat dit een pion heeft opgeleverd ! Teleurgesteld speelt hij verder afvragende hoe zwart het toch voor elkaar heeft gekregen zich te bevrijden. Na een gevecht om de open lijnen komt de zwarte dame binnen met eeuwig schaakdreigingen en biedt remise aan. Wit die zijn voordeel niet ziet, neemt dit aanbod aan. 4,5 – 1,5

Peter Paul speelt met zwart een Franse verdediging. Normaal wel prettig maar vandaag koos ik het verkeerde plan in een voor mij ongebruikelijke variant. Gelukkig kon ik het in het in de overgang naar het middenspel weer gelijk maken. Mijn tegenstander bood daarop remise aan. Aangezien we nergens duidelijk beter stonden speelde ik door. Helaas, weer het verkeerde plan en nu profiteerde wit wel. 4,5 -2,5

Joop (altijd) met zwart; mijn tegenstander speelde een passieve opening en daardoor kreeg ik al snel voordeel in de opening. Op de 15e moest wit al kiezen voor 1 pion inleveren of de kwaliteit geven.

Op de 18e zet kwam wit middels een dubbele aanval met zijn paard weer goed terug. Hij speelde zijn paard naar het sterke veld op c6 en ik kwam klem te staan met mijn stukken. Na zeker 30 minuten vond ik de oplossing: ik zette bewust mijn loper in om zijn paard te kunnen vangen! Er kwam uiteindelijk een eindspel op het bord met beide 1 dame, 2 torens en 5 pionnen. Alleen mijn koning stond niet zo veilig als de witte. Ik ruilde niet geheel goed af en wit won mijn belangrijke pion op a6; ik ging vol in de aanval en wit verdedigde zich niet goed. Uiteindelijk was de tussenstand op 4 1/2 –  2 1/2 gekomen voor ons team en we besloten de strijd maar te staken en besloten tot remise.

Hiermee wordt een mooie overwinning bereikt van 5-3. Het bleek al spoedig dat De Baronie verloren heeft. Bij de Chinees was het wachten op de laatste uitslag van Helmond. Laat op de avond, na een belletje, bleken zij een gelijkspel 4-4 te hebben gespeeld. Daardoor is Nuenen kampioen geworden in de poule ! Een mooie teamprestatie.

Nuenen is kampioen

Het zou niet eenvoudig worden, de laatste ronden stond Nuenen steeds op 1 maar door het verlies tegen de Pion in ronde 6 had Nuenen het niet meer in eigen hand om kampioen te worden.

er waren 3 voorwaarden:

  1. het team van de Baronie moet verliezen
  2. Nuenen 1 moet winnen
  3. HSC 3 mag niet met voldoende cijfers winnen.

Op de terugweg vanuit Bergen op Zoom bleek al snel dat de eerste 2 voorwaarden vervuld waren, maar de uitslag van D4 2 tegen HSC 3 bleef lang op zich wachten.

uiteindelijk bleek dit toch 4-4 te zijn, waarmee Nuenen 1 kampioen is geworden en na enkele jaren terug gaat naar de 1ste klasse.

Proficiat

Stand Nuenen 1

Nuenen 1 leidt dramatisch verlies; promotie in gevaar

10 maart komt De Pion uit het verre Roosendaal op bezoek. Nuenen 1 staat op kop in de poule, maar speelt zonder Daniel, Koos en Chris; een aardige verzwakking. Het aantredende team is echter ook sterk te noemen en een winst moet mogelijk zijn. Het zit echter helemaal niet mee.

Op bord 1 heeft de Pion een versterking opgesteld. John speelt tegen Erik. Hij noteert een beetje vreemd, maar hij schaakte zeer sterk! Een Siciliaan kwam op het bord, Ik dacht dat het Rossolimo heette, met Lb5+ op de 3e zet. Ik had dat al een paar keer tegen gehad bij Brainpower, en antwoordde Pd7 wat volgens mij het beste is. Maar daarna wist ik het niet goed meer. Dat is zo jammer dat je dit nooit kan voorbereiden: je weet niet wie je tegen krijgt. Al snel kreeg hij het initiatief en een goede stelling. Ik moest me de gehele partij verdedigen. Dat ging een lange tijd goed, totdat hij ineens op de damevleugel een pion aanviel die ik niet meer kon verdedigen. Het ging daarna snel fout, de toren viel binnen op e7 met schaak, toen kwam de dame vanuit g3 met schaak de koningsvleugel op en na 2 zetten was ook de andere toren op die vleugel gericht. Hopeloos: ik gaf op de 30e zet op.

Op bord 2 speelt Leon met wit. En – in het begin – best aardig! Ik kwam goed uit de opening, met licht voordeel. Op de 17e zet speelde ik Pd5. Een zet die mijn tegenstander absoluut niet verwacht had. Hij dacht lang na, maar vond uiteindelijk het juiste antwoord. Ik koos niet de beste voortzetting, en vanaf zet 20 werd ik langzaam maar zeker door mijn zeer solide spelende tegenstander van het bord geschoven.

Joop speelt deze keer tegen de oud-voorzitter van de NBSB Ad Bruijns, qua rating even sterk als mij. Ad speelt deze opening best wel aggressief en ik moest met zwart wel de beste theoretische zetten blijven spelen en dat lukte. Na 20 zetten gingen de stukken alweer in het doosje, ik stond iets minder omdat ik 2 losse pionnen had maar mijn torens konden wel de d-lijn bezet houden. Dit halfje punt bleek achteraf een van de drie halfjes te zijn van de gehele wedstrijd! 2,5 – 0,5 voor de Pion

Hans speelt met wit op bord 4; in de opening gaat het redelijk gelijk op. Wit krijgt wel een sterke h-lijn met diverse dreigingen. Deze zijn door Hans redelijk onder controle te houden. In het middenspel komt Hans 1 pion achter en probeert met een stukoffer het spel naar zich toe te trekken. Dit pakt echter verkeerd uit en daardoor gaat de partij verloren.

Robert mag zich plaatsen aan bord 5, achter de zwarte stukken. Mijn tegenstander opende met 1. Pf3, een zet die ik zelf ook wel eens speel, maar dit is zeker geen opening waarmee ik regelmatig word geconfronteerd. Ik antwoordde met 1. … d5. Er volgde 2. d4 Pf6 3. g3 Pc6 4. Lg2. Toen meende ik 4. … Lf5 te moeten spelen: een mooie ontwikkelingszet, mogelijke wegbereider voor Pb4 en Pc2. Die loperzet – die speel ik nooit meer (in deze opening). Er volgde 5. c4 dxc4 6. Da4 Ld7. 7. Dxc4. Meer zetten vermeld ik hier niet. Om een of andere reden raakte ik geobsedeerd door een mogelijk aanval op c6. Te lang heb ik stilgestaan bij die vermeende dreiging en bij dat matige 4. … Lf5. Objectief is die zet misschien helemaal niet zo slecht, zoals mij op de clubavond werd gedemonstreerd, maar het kwaad was al geschied: ik meende dat het een heel slechte zet was. Ik verloor: na 28 zetten streek ik de vlag. Hierdoor ontstaat een dramatisch verlies en tussenstand 4,5 – 0,5 voor de Pion.

We zijn blij dat Bas kan invallen. Hij speelt met wit tegen een gelijkwaardige tegenstander. Ik open met e4 en mijn tegenstander koos voor de Siciliaan als verdediging. Ik wilde graag een grand prix achtige stelling op het bord krijgen en met f5 de stelling te openen. Mijn tegenstander speelt al vroeg a6 maar op zet 9 kon ik met vertrouwen f5 spelen. Mijn pionnen staan voornamelijk op wit en die van hem op zwart. Ik ruilde mijn witveldige loper tegen de zijne met het idee dat mijn andere loper dan sterker zou zijn. Ik probeerde mijn torens te verdubbelen op de f lijn maar mijn tegenstander wist dat te voorkomen. Sterker nog, na 24 zetten had mijn tegenstander zijn beide torens op de f lijn staan! Zijn zwartveldige loper bleek nu gevaarlijk mijn stelling binnen te dringen (mijn pionnen stonden op wit) en ik moest met een tussenschaakje vrezen voor een kwaliteit achterstand. Ik meende door de stelling te compliceren dit te voorkomen, maar dit leidde van de regen in de drup. Mijn tegenstander doorzag alle trucjes en ik moest op zet 32 opgeven.

Hans Reusink speelt op bord 7. Volgens openingenboekengeleerden verwaarloosde mijn tegenstander zijn ontwikkeling en dat kwam mij goed uit, want daardoor kon ik al vrij snel met dame plus drie lichte stukken druk opbouwen tegen wits koningsstelling. Op de 23e zet won ik met een ‘petite combinaison’ de pion op h3. En toen? Ja, toen had ik moeten doordrukken! Mijn engine laat namelijk zien dat zwart na een bepaalde combinatie meteen gewonnen stond, maar ik ging mijn extra pionnetje verdedigen. Dit laatste kostte mij mijn initiatief waardoor wit rond de 40e zet de stelling weer gelijk kon trekken. Vervolgens brak een fase aan van wederzijdse blunders (ik zou deze trend voortzetten door ’s maandags mijn dame in te leveren bij Emile Böhmer) en wisselende kansen. Wit creëerde een gevaarlijke vrijpion op de d-lijn die uiteindelijk ten koste van mijn paard op c7 landde, en die ik niet meer kon stoppen. Gelukkig kon ik na een magneetcombinatie (damewinst voor toren) eeuwig schaak afdwingen. Nog een halfje voor Nuenen.

Peter Paul op bord 8. Het werd een d4 opening met behoorlijk gesloten stelling. Mijn tegenstander had vanuit de opening een licht overwicht waardoor ik goed moest oppassen. Gedurende het middenspel maakte zwart een paar onnauwkeurige zetten waardoor ik een paar pionnen kon sprokkelen. Helaas was mijn pionnenstructuur slecht en had zwart een goede verdedigende loper. Het eindspel was daardoor remiseachtig. Na  een hoop gemanoeuvreer besloten we uiteindelijk tot remise. En na dit laatste halfje voor Nuenen is de eindstand een grote nederlaag voor Nuenen met 6,5 -1,5

Het 1e van Nuenen komt hiermee tweede in de poule te staan. Promotie is niet meer in eigen hand. Deze sterke tegenstander moet in de laatste ronde tegen de nieuwe koploper. Als De Pion weer zo sterk speelt als vandaag kunnen ze weer winnen en kan Nuenen toch als 1e eindigen en promoveren. We mogen dan naar het hele verre Berg op Zoom, Daniel speelt mee, en daarna Chinees !

Verslag Drie Torens 3 Tilburg – Nuenen 1

Zaterdag 3 februari spelen we uit in Tilburg.

Leon en Robert willen graag vooruit spelen en vertrekken op maandag al naar Tilburg.

Robert speelt met wit aan bord 7. Mijn tegenstander was naar eigen zeggen een invaller en speelde normaliter niet mee in de externe competitie. Al snel verscheen de aloude Caro Kann op het bord, waar zwart naar mijn smaak zich wat passief opstelde met 4 .. Le7 en 5 .. Pd7, waardoor de loper op c8 niet naar buiten kan. Ik schoof mijn pion door naar e5, waarna 8 … g5 volgde, zodat mijn loper op f4 moest wijken. Daarna werd zwart ongeduldig: g5-g4. Om een korte partij van 22 zetten nog korter te maken: ik veroverde de vooruitgeschoven pion op g4 met 11 Dxg4, waardoor mijn dame toegang kreeg tot g7 en de zwarten toren op h8 onherroepelijk verloren ging. Zwart stribbelde nog na, maar met een kwaliteit en later een volle toren achter, streek hij de vlag. 1-0 voor Nuenen. Léon was nog druk bezig.

Leon met zwart: In een volledig gelijk opgaande partij concentreerde de strijd zich om het aanvallen en verdedigen van de zwarte pion op e4. Ik had mijn stukken goede posities gegeven en kon, als het nodig was, de pion op e4 met 4 stukken dekken. Ik had veel meer bewegingsvrijheid, maar in al mijn aanvalsdrang vergat ik even dat ik de pion op e4 moest blijven dekken. Prompt werd deze cruciale pion geslagen. Maar toen wit, misschien een beetje overmoedig geworden, zijn eigen pionnen wilde laten oprukken zag ik mijn kans schoon met een paardvorkje. Ik won twee pionnen terug! Het eindspel, van toren en 5 pionnen (wit) tegen toren en 6 pionnen (zwart) was erg moeilijk. Ik zag niet hoe ik in de mij nog resterende tijd mijn soldaten in de gespleten stelling tot een overwinning kon leiden. Daarom bood ik remise aan, hetgeen werd geaccepteerd. Dus met een fijne voorsprong van 1 ½ – ½ vertrok de rest van het team op zaterdag naar Tilburg.

Joop: Mijn tegenstander speelde een zeer solide opening tegen het siciliaans en rond zet 15 werd het centrum pas open gebroken. Volgens de computer speelde we beide de beste zetten waarin zwart iets beter kwam te staan. Echter mijn 29e zet was zeer slecht en kon wit gaan drukken op mijn belangrijke pion op e6. Ik moest veel tijd gebruiken om alles onder controle te houden en dat lukte niet: mijn vlag viel! 1,5 – 1,5

Hans Reusink: In een Siciliaan opende Wit in Bobby Fischer-stijl met Lc4, maar na …e6 heb ik van deze loper weinig meer vernomen. Vervolgens permitteerde mijn tegenstander zich met a3, direct gevold door a4, een belangrijk tempoverlies. Wit verjoeg mijn paard op f6 met e5 waarna deze naar g4 ging en viel daarmee de vijandelijke pion op e5 voor de tweede maal aan. Deze pion kon niet tijdig meer worden gedekt. Later won ik middels een aftrekaanval nog een pion en na een dubbele aanval nog een stuk. Gedurende de hele partij moest Wit op zijn hoede zijn voor een matdreiging op g2, omdat mijn dame en loper continu op de diagonaal h1-a8 opereerden. Hoewel mijn jeugdige tegenstander niet over de middellijn is geweest, speelde hij toch een goede partij. “Wat een partij”, verzuchtte mijn tegenstander na afloop, en zo was het. 2,5 – 1,5 voor Nuenen

Ook Rogier speelde tegen een jeugdspeler. Deze jeugdspeler nam niet veel tijd om de positie’s op het bord te doorgronden en speelde veel beginnerszetten. Rogier, die inmiddels wel al heel wat speelervaring heeft, kwam met zwart als snel gelijk te staan. Op de damevleugel kreeg zwart een vrijpion. Met deze pion kreeg Rogier het initiatief. Langzaam maar zeker kroop deze pion naar voren, steeds dichter naar het promotieveld. Ondanks de weerstand promoveerde deze pion waarna de dame met stukverlies weer van het bord verdween. Het overgebleven eindspel was echter makkelijk gewonnen. 3,5 – 1,5 voor Nuenen

Hans speelt ook met zwart en richt zijn loper en dam op pion g3; dit ruikt lange tijd naar een stukoffer. Later wordt dit ook uitgevoerd. Met een loper minder is het echter lastig aanvallen op de witte koning. Aanvankelijk staat deze open en bloot, maar als snel komt de dame te hulp om te verdedigen. Tevens bezet wit de open e-lijn met zijn torens. De situatie wordt penibel voor zwart wanneer de torens binnendringen. Een logische torenruil wordt vermeden; spoedig daarna staat zwart echter mat.

Peter Paul speelde met wit op bord 5. De opening was een rustige d-pion opening waar beide kanten rustig ontwikkelden. Na de opening leek mijn tegenstander zonder plan te spelen en schoof wat met de dame heen en weer. Dit gaf mij de kans een aanval op te zetten en 2 pionnen te winnen. Dit was een makkelijk gewonnen stelling. Helaas, ook makkelijke stellingen moet je wel winnen. De afwikkeling naar een toreneindspel wilde ik iets te doortastend doen waardoor ik ineens een kwaliteit achter kwam. Aangezien we met remise op 4 punten zouden komen en Daniel overtuigd was van minimaal remise bood ik remise aan. 4 – 3 voor Nuenen.

Daniel speelt tegen een topspeler van Tilburg. Hij blijkt achteraf een rating van 1954 te hebben. In de opening gaat het echter al gruwelijk mis voor zwart. Daarom wordt dit vermeld; 1 d4-d5 2 c4 e6 3 Pc3 Pf6 4 cxd5 exd5 5 Lg5 Le7 6 e3 Nu ontwikkelt zwart met Lf5 zijn loper, maar vergeet de pionnen op b7 en d5. Na 7 Db3 !? (Lxf6 is nauwkeuriger !?) ziet zwart de problemen en denkt 45 minuten na en speelt dan het agressieve Pc6 met dreiging Pb4. Echter na Pd7 is er niets aan de hand. Na 8 Lxf6 Lxf6 9 Dxb7 (beter Pxd5) Pe7 10 Lb5+ Kf8 wint wit de pion en kan zwarts koning niet meer rocheren. Daniel wint en de einduitslag wordt 5-3 voor Nuenen. Daardoor blijft Nuenen aan kop in de poule staan.

Chauffeur laat het 2e team sneuvelen

Je wordt gereden in een bolide alsof je naar een hoofdklasse wedstrijd rijdt en in tegenstelling tot andere ritten ging hij recht op het doel af. Tot zover denkt U niks aan de hand. Maar in tegenstelling tot andere jaren werden we niet voor de deur afgezet maar in een duistere parkeergarage waar je nog niet dood gevonden wil worden en het water met bakken naar beneden kwam terwijl het buiten droog was. Maar liefst 200 meter moesten we lopen om op de schaaklocatie aan te komen waar we dan buiten adem aankwamen. George maakte met veel hijgen en puffen een halfje en Reinout ( de chauffeur) zette ons op voorsprong (ja logisch hij zat ontspannen achter het stuur), Cor ook een halfje (zat in de andere auto) en Rinus ging met zweet op zijn voorhoofd onderuit 2-2. Peter won (andere auto) terwijl Dick nog net met zijn handen aan de rand van de tafel zijn tegenstander een hand kon geven (dat lopen hé), Jan ook een halfje en toen was de buurt aan Anton die de wedstrijd kon beslissen. Maar een foutje kostte hem en het team de kop: 4½ – 3½ voor de Stukkenjagers. Dus sleepten we ons met de laatste krachten naar de parkeergarage om uitgeput in Nuenen aan te komen en moest ik nog 15 meter lopen naar m’n auto. Een nodeloos verlies maar misschien is het wat voor de volgende bestuursvergadering om eens regels op te stellen om bij uitwedstrijden een protocol te hebben om het team topfit aan de tafel te krijgen.

Of zoals mijn Oma altijd zei: “Lijdt je een verlies zonder kleur, bedank toch altijd de chauffeur”.

Reinout, bedankt voor het rijden

Bibi

Voor reacties: neem contact op met auteur van het stuk.

Externe wedstrijd, ronde 4: Nuenen 1 – D4 2

In de 4e ronde kwam D4 uit Oosterhout in Nuenen op bezoek. Beide teams staan op kop in de poule. Tevens hadden zij een extra sterk team opgezet, terwijl Nuenen topspelers Koos en Daniel mist. De gemiddelde Elo van D4 is 1680 tegen een Elo van Nuenen van 1640. Het wordt dus spannend. Chris met zwart op bord 3 begint niet goed. Zijn stukken ontwikkelen niet goed en zijn gedachten zijn bij zijn schoonmoeder die nodig bezoek nodig heeft. Een eerste nederlaag is niet meer af te wenden.

Aan bord 6 brachten Rogier en zijn vrouwelijke opponente de Spaanse opening op het bord. Na tien zetten werden een wit paard tegen een zwarte loper geruild. In het bezit gebleven van het loperpaar, zette Rogier met 13. f4 de aanval op de koningsvleugel in. Zwarts stukken bevonden zich op de damevleugel, terwijl wits dame, toren en loper hun pijlen richtten op de zwarte rokadestelling. Zwart ruilde de dames, maar verloor daarbij een pion op h6, waardoor de koning blootgesteld werd aan de samenwerkende toren en loper. Rogier besliste de partij in zijn voordeel door zwart met 25. Lh6+  in een magneetcombinatie een kwaliteit afhandig te maken. Zwart gaf op: 1-1

Robert speelde met de witte stukken en bevond zich in de Schotse opening. Mijn opponent leek niet uit op een confrontatie met vlammende zwaarden, maar koos voor een bescheiden opstelling van zijn stukken. Het zwarte damepaard ging naar e5, om zo afruil van de witveldige lopers uit te lokken. Nu kan ik alles weerstaan behalve verleiding en zo verdwenen de lopers van het bord. Hierdoor kwam de zwarte dame op d7 te staan, waardoor ik ‘une petite combinaison’  kon orkestreren. Ik speelde Pf5, waarbij ik zwarts loper op e7 aanviel. Deze werd gedekt door de dame, maar niet lang meer. Ik opende de d-lijn, ruilde de dames, waardoor Le7 niet langer gedekt was. Ik speelde 14. Pxe7+ en stond een vol stuk voor. Er wordt wel beweerd dat niets zo moeilijk is als om een gewonnen partij te winnen, en tijdens het verdere verloop begon ik iets daarvan door te krijgen. Uiteindelijk zag zwart een mat in 2 over het hoofd en werd het 2-1 voor SV Nuenen. Overigens vind ik dat niets zo moeilijk is als om een verloren partij te winnen.

Joop met zwart: Eindelijk had ik in deze externe wedstrijd weer eens een sterkere speler tegen qua rating,

De opening ging gelijk op en er kwam een spannende stelling op het bord omdat wit een lange rokade had gespeeld en zwart de korte rokade. Aanvallende initiatieven kwamen van beide kanten. Zwart kreeg uiteindelijk de betere stelling en won 1 pionnetje in het eindspel. Echter in een onduidelijke stelling kwam herhaling van zetten op het bord, omdat beide spelers niet de beste voortzetting konden vinden; dus remise !

Hans speelt op bord 4 met wit. De opening gaat gelijk op. In het middenspel wint Hans een kwaliteit en gaat op winst spelen. Een aanvallende manoeuvre met een dubbel pionoffer loopt echter mis door een knappe verdedigende zet. Nu heeft wit de winstkansen in een toreneindspel met 2 pionnen extra die hij probeert te laten promoveren. Dit wordt echter nit goed uitgevoerd en Hans verdedigt zich knap door de oprukkende pionnen te neutraliseren. Wit komt niet verder en het wordt een remise. 3-2 voor Nuenen.

John speelt op bord 2 tegen Artie van Heeren met wit. Het werd een Koningsgambiet waarbij zwart de loper e7 met h4 schaak speelde. Zwart gaf snel de pion op f4 op waarna we met gelijk materiaal speelden.  Wit moest wel nog de koning op een veilige plek zetten, want de rochade was niet meer mogelijk. Zwart zette een aanval op op de koningsvleugel, maar wit kon dat goed pareren. De zwarte dame kwam knel te staan en wit stond overwegend. Wit bezette de vrije e-lijn en viel de zwarte stelling binnen. Hij was echter te haastig om een pion te pakken en zwart kon toen egaliseren. Anders had het er “zwart” voor zwart uitgezien! Toen stelde wit remise voor hetgeen geaccepteerd werd.

Bij afwezigheid van Daniël moest Leon op het eerste bord spelen. Op papier dus de sterkste tegenstander. Achteraf bleek dat, qua Elo, niet zo te zijn. Onze Elo’s waren gelijk! Niet alleen dat was gelijk, maar ook onze kennis van openingen, evenals ons gevoel waar in de stelling het gevaar schuilde, en we deden allebei niet altijd de beste zet. Het verschil tussen ons zat in het feit dat mijn tegenstander de stelling het liefste wilde vereenvoudigen terwijl ik deze liever complex zou willen maken. Op dit front won mijn tegenstander; als ik een stuk in liet staan, dan werd dat geslagen. Met als gevolg dat we op zet 20 in een toreneindspel terechtkwamen met ieder één toren en 7 pionnen. Normaal speel ik dit soort stellingen solide, maar vandaag met een opkomende hoofdpijn (griepje?) bakte ik er niet zo veel van. Ik kwam geen steek verder, en op zet 37 bood ik remise aan. Gelukkig nam mijn tegenstander dit aanbod aan. 4-3 en de overwinning is nog niet binnen.

Kan Peter Paul de overwinning voor Nuenen binnenhalen ? Hij speelt met zwart op bord 7. Wit begon met e4 waarna we uiteindelijk in een soort Franse verdediging uitkwamen. Mijn tegenstander had vanuit de opening enig initiatief en ik moest een tijdlang zeer zorgvuldig verdedigen. Uiteindelijk kon ik een kwaliteit winnen (loper tegen toren) en was het een gewonnen stelling. Wel moest ik oppassen voor tegenkansen van wit wat de winst nog lastig maakte. Intussen begon zich af te tekenen dat remise waarschijnlijk genoeg was voor het team. Ik bouwde daarom rustig verder aan een betere stelling en toen het inderdaad 4-3 stond hebben we remise afgesproken. Nuenen wint met 4.5 – 3.5 !

Dus door 2 overwinningen van de familie Hempelman wordt de overwinning behaald ! Nuenen staat nu een punt los en alleen op kop in de NBSB poule 2A, zie http://www.nbsb.nl/competitie-uitslagen/

 

Jolanda versus Bibi

O mijn God, D4 komt bij het eerste op bezoek. Hij denkt zou zij er zijn. Zij denkt zou hij er zijn. En ze hadden allebei gelijk. Schoorvoetend gaan ze de Goudvink binnen. De tijd stond even stil, tja het was vier jaar geleden. Wat bij hem vloeiend uit zijn pen kwam schoot bij haar in het verkeerde keelgat in. Toch maar even vragen of ze nog een column wilde. Nee dat liever niet. We keuvelde wat, lachte wat, ze glimlachte wat maar werden het niet eens. Toen dacht ik aan die oogverblindende glimlach. Dat was waar ik op gevallen was. Toen ik naar huis reed dacht ik hoe zou de wereld er uit gezien hebben als de column had geheten “Ondanks de glimlach toch kampioen”. Waarschijnlijk hadden ze thuis gezegd “Heb jij dat geschreven”? Als presentator van een sport programma ben ik altijd geïnteresseerd in club namen. Wist U dat Feijenoord is begonnen als Celeritas. Dan komt D4 en de Stukkenjager op bezoek en dan denk je D4. Wat gebeurd er met je als je een andere opening doet. Wordt je dan geroyeerd of geschorst voor een paar weken? En dan de stukkenjagers komen die met een dubbel loops jachtgeweer om de stukken van het bord te schieten. Nee, dus ze hadden geeneens een wapen vergunning. Maar dat het oorlog was dat werd al snel duidelijk want de borden stonden al snel figuurlijk in brand. Raymond en Anton (duidelijk uit vorm) verloren. Rinus maakte de aansluittreffer en Dick moest om tot winst te komen het sterke paard ruilen tegen mijn Dame. Maar het bracht me lucht en de winst 2-2. George speelde remise, Hans verloor en Jan maakte gelijk. Reinout speelde als laatste en tot de laatste snik gevochten maar het werd remise 4-4. De roerige maand is weer haast voorbij, de Zwarte Piet discussie kan weer even de ijskast in. De sfeervolle dagen komen er aan. Maar ik maak me toch zorgen over volgend jaar rond deze tijd. Zou er een Mannenpraatgroep op staan die het willen verbieden dat we nog zeggen “Er zitten Ballen en Piek” in de boom of moeten we dan gaan zeggen “Genderneutrale kerstboom versiering”? Wie weet wat er aan komt; ik erger me dood als ik in de supermarkt loop en “Blanke Vla” zie.

Fijne dagen voor jullie en blijf gezond en zo als mijn Oma altijd zei “Een glimlach staat je het best”.

Bibi

Voor reacties: neem contact op met auteur van het stuk.

 

verslag Zundert – Nuenen 1

Zaterdag 25 november vertrokken we voor de 1e uitwedstrijd, een uur rijden, via Belgie, naar Zundert, het geboortedorp van onze geliefde Vincent van Gogh. Vorig jaar speelden zij nog met 4 teams extern. Dat is veel voor zo’n klein plaatsje.

Dramatisch deze ronde is het gemis van Koos; aangereden door een scooter is hij in het ziekenhuis beland. Daardoor speelden wij met een lege plaats op (tactisch) bord 2. Toch verwachten wij een overwinning, door het grote Elo-verschil van 400 punten per bord.

Chris speelde met wit het geweigerd damegambiet. Dit was mijn tegenstander zeer wel bekend. Het lukte me om mijn zwakke zwarte loper te ruilen voor zijn zwarte loper waardoor ik dacht net een tikkeltje beter te staan. Zwart kreeg een ingesloten loper en ik een sterk paard op e5. Wel moest ik nog op eieren lopen, er dreigde nog een overrompelende aanval op mijn koningsvleugel. Zet voor zet kwam het touw strakker en strakker om de nek van mijn tegenstander. Nadat ik mijn overgebleven paard op e5 kon droppen sloot het net zich langzaam. Rond de 50e zet was de winst, en ons 1e punt binnen. Na de wedstrijd gaf mijn tegenstander aan toch enigszins teleurgesteld te zijn. Hij dacht toch zeker gelijkwaardig te staan, en wist, ook na de analyse van de partij niet echt waar het fout gegaan was. Ik liet hem uiteraard in die waan, en vertwijfeld en ontgoocheld vertrok hij huiswaarts. 1-1

Hans K speelde met zwart. Mijn stukken stonden dreigend naar pion g3 te kijken waarachter de witte koning zich shuil hield. Een offer leek op zijn plaats en dat gebeurde. De verdediging was echter verder op orde en het stukoffer was niet voldoende. De zwart h-pion rukte op om de aanval kracht bij te zetten. Ondertussen viel wit op de d-lijn met zijn torens en dame binnen. Deze aanval was wel gevaarlijk en eindigde in mat. 2-1 voor Zundert.

Peter Paul : Het was van beide kanten een solide opening. Mijn tegestander wist een ruimtevoordeel te krijgen door op de damevleugel en het centrum ver met zijn pionnen op te rukken. Dit gaf echter een paar  zwakke plekken die ik na het afruilen van de zware stukken kon uitbuiten. Zwart gaf nog goed weerstand maar uiteindelijk bleek 1 pionnetje toch genoeg voor de winst. 2-2

Daniel speelt met wit op bord 1: d4-d5 c4-Pf6?! En krijgt een fraaie aanvalsstelling. Zwart verdedigt echter goed. Met Lb1 en Dd3 ontstaat een matdreiging op h7 waar onvoldoende mee rekening wordt gehouden. Wit kan met een aftrekaanval van het paard een hele loper winnen. 10 zetten later wordt een 2e stuk gewonnen. Met toren en 2 lopers spant wit een matnet. 3-2 voor Nuenen !

Robert Hempelman met zwart aan bord 8 : Wit zette een rustig opening op en leek graag zo snel mogelijk te willen afruilen, misschien om zo naar een overzichtelijke stelling af te wikkelen. Op de zevende zet verlieten de dames het bord. Op de negende zet ruilde wit zijn loper tegen het paard op c6, waarna ik het loperpaar overhield en dat ik riant op e6 en e7 positioneerde. Ik had mijn zinnen gezet op de onverdedigbare pion op c2 met dreigende paardvork naar wits torens. Wit zette door en bracht zijn paard in de zeer vijandelijke stelling, waarna terugtrekken niet meer mogelijk was. Na enkele schermutselingen raakte wit een stuk achter. Wit bood tevergeefs remise aan op de 25e zet. Wit had een pion meer, maar ik een loper, die ik niet van plan was om weg te geven. Toen ook wits pionnen op de koningsvleugel sneuvelden, streek wit de vlag. 4-2

Leon : Nooit geweten dat een officiële partij spelen tegen een jongeman met een elorating van goed 1000 punten zo moeilijk was. Mijn tegenstander bleef maar goede zetten doen. Niet altijd de beste, maar wel goede! Ik kreeg geen overwicht. Onze vriend Fritz vond ook dat we aan elkaar gewaagd waren tot zet 25.

Op zet 25 won ik dan toch een tempo omdat zwart zijn paard in veiligheid moest brengen, zodat ik eindelijk een aanvalszet kon uitvoeren. Dit bracht mijn tegenstander blijkbaar zo van stuk dat hij op zet 29 een cruciale fout maakte. Pfoe, even het angstzweet van mijn voorhoofd vegen. 5-2

Rogier speelde met zwart het Koningsindisch. Zijn loper op g7 zou tijdens vrijwel de hele partij de lange diagonaal a1-h8 beheersen. Wits witveldige loper werd gestationeerd op h2, in plaats van die lastige zwarte loper aan te vallen. Zwart liet zich steeds verder onder druk zetten en kon alleen nog reactief spelen, al viel hij nog de kwetsbare pion op d6 aan.  Rogier speelde rustig en geconcentreerd door terwijl de witspeler tegenover hem zijn laatste minuten speeltijd verbruikte. Rogier zijn pionnen denderden naar voren: Wits vlag viel. Uitslag: 6-2 voor Nuenen! We blijven op kop staan in onze NBSB poule 2A.

Hij is er weer

O, mijn God, op elke jaarvergadering wordt er gezegd dat we zo saai zijn en dat er geen clubbeleving is. Maar neem nou de laatste weken: de John Vonken vlogen er vanaf en de nieuwe Keijzer stond op; het leek wel of de laatste weken elke keer Oud en Nieuw werd gevierd met veel vuurwerk, zo erg dat ik geen eens een titel voor deze column kan verzinnen want het zijn er zoveel b.v.

John valt van de apenrots ( stik ik sta mat)

Rinus de nieuwe Keizer ( stik ik heb een periodetitel)

2eTeam zakt door het Roosendaal ( stik kansloos)

Het oudje doet het nog best ( stik ongeslagen)

Koos de klapper van de week ( stik auto, weet hoe het voelt)

Hans een worst voor gehouden ( stik …. Kopman)

2e team zingt voor tegenstander “Vughten kan niet meer zou niet weten hoe” ( stik gewonnen)

Reinout blijkt normaal mens te zijn ( stik geen toeristische route)

Het enigste probleem is: je moet het willen zien en echt ik heb mijn ogen uitgekeken. Als de pen in het doosje verdwijnt en het zuchten is gestopt dan weet je dat er bij John wat aan de hand is. Rinus had hem verslagen met een stikmatje en deed het in de beker nog eens dunnetjes over met remise in de volgende ronde. Dus John is weer een van ons geworden, terug geland in de Goudvink. Hij is weer benaderbaar en heeft de eenzame hoogte van de Apenrots verlaten. Dit hield wel in dat de sensatie van dit jonge seizoen Rinus was met een periode titel. Daar mag je best van genieten en niet semi onschuldig zeggen “Dat wist ik helemaal niet”. Over de wedstrijd tegen Roosendaal kunnen we kort zijn “Kansloos”. Maar de als jonge God spelende George was de enige die won en nu na drie wedstrijden nog steeds ongeslagen. Dit hoop je nooit te hoeven schrijven maar het gebeurd. Koos aangereden en heeft diverse blessures opgelopen. Koos: ik weet helaas uit ervaring hoe het voelt en wens je een spoedig herstel toe. Maar verwacht niets van de club b.v. bloemen of een kaartje want daar zit ik na mijn ongeluk ook nog steeds op te wachten. En dan Hans herintreder debutant en bescheiden door Anton gebombardeerd tot “Kopman”. Maar zo bescheiden als hij is mailde hij meteen “Moet dat nou” Antwoord “Ja”. En hij maakte het waar: hij won ( zo’n beetje midden in de nacht) en Jan, onze oude kopman, verloor maar dat kan ook niet anders omdat zijn tegenstander zei “Alleen voor Spruyt kom ik er uit”. Rinus haalde voor de poorten van de hel een remise binnen, de rest won, en zo konden we met 1 ½ – 6 ½ het Nuenens mannenkoor het lied aanheffen “Vughten…..” enz. En dan Reinout: een fantastische chauffeur die normaal altijd iets van de plaats laat zien maar nu gewoon in een keer de auto netjes voor de deur zette. De rondleiding werd dit keer gedaan door Jan die er een half uur langer over deed. Zo zie je maar weer als je je ogen open houdt gebeurd er van alles en zie je ook als je buurman in tijdnoot zit ( Reinout) en je het ergste vreest dat hij toch het beslissende punt maakt.

Of zoals een oud Chinees spreekwoord zegt “Het was zwaar bewolkt, de verliezers ergerden zich geel en groen, Bij Nuenen is er altijd wat te doen”.

Bibi

Voor reacties: neem contact op met auteur van het stuk.