Zou het nog lukken kampioen te worden? de vorige wedstrijd was dramatisch verloren en de koppositie afgestaan aan de Baronie. Er waren drie voorwaarden; Nuenen moet winnen, De Baronie moet verliezen en Helmond moest niet met een ruime overwinning winnen.
Op bord 2 moest John tegen Laurens Quinten, aparte naam: nog nooit tegen iemand gespeeld met achternaam beginnend met Q. Het werd een Morragambiet, dat je ook wel precies moet kennen, levensgevaarlijk. Gelukkig kwamen de goede zetten voor zwart op het bord (tegen Wouter vd Zandt ben ik gauw het bord afgeveegd na zetverwisseling). Gelukkig kende ik de opening beter dan mijn tegenstander en na 13 zetten stond ik een kwaliteit voor. Wit probeerde nog een koningsaanval, maar ik kon dat snel afslaan. Bij de 20e zet gaf wit op: er was voor hem geen eer meer aan te behalen. Een vlotte 1-0 voorsprong
Op bord 3 speelt Leon met wit tegen een – op papier – ongeveer even sterke tegenstander. Met één groot verschil! Hij kende de theorie, en ik nog steeds niet. Na afloop van de partij liet hij zich ontvallen dat hij niets van mijn spel snapte, en al zeker niet van mijn opening. Dat kan wel kloppen want mijn opening was net zo goed als anders. Het gevolg was dat mijn tegenstrever het centrum veroverde en ik een tot mislukken gedoemde aanval probeerde op te zetten op diens koning die na rokeren in de hoek op g8, en later op h8, stond. Volgens Joop had ik in deze fase met g4 een soort “alles of niets” offensief moeten inleiden. Maar ik speelde blijkbaar te slap en verloor ook nog eens een cruciale pion. Toen zwart eindelijk zijn twee vrije centrumpionnen kon gaan opspelen liet hij dat na omdat hij dacht te zien dat hij mijn dame kon veroveren. Ik kon de toren waarmee hij mijn dame aanviel echter gewoon slaan omdat de verdediger door een penning niet van zijn plek afkon. Gevolg: winst ipv verlies. 2-0
Hans Keijzers op bord 5 krijgt ook een Morra-gambiet met c3 in het Siciliaans. Wit offert een pion voor snelle vrije ontwikkeling. Het resultaat was een gedekte witte toren op d6 die het zwarte kamp in 2-en verdeelt. De hele partij bleef deze toren de zwarte organisatie verstoren. Uiteindelijk werd dit fataal. Wit heeft veel meer ruimte en dus snelheid om zijn stukken te manoeuvreren naar de zwakke plekken in zwarts kamp. Helaas een verlies 2-1.
Robert dacht na al zijn onderwijsjaren achter gelaten te hebben, blijkt dat de zevende en laatste ronde in een schoolgebouw wordt gespeeld. Gelukkig in de hal, en niet in een lokaal… Enkele minuten na de officiële starttijd (13.00) nam mijn tegenstander plaats tegenover mij. Al spoedig groeide de Siciliaanse opening uit tot een mild steekspel, waarin om pionwinst werd gestreden. Zo tot aan de 30e zet leken wij op een puntendeling af te stevenen. Een remiseaanbod zou ik niet voetstoots hebben aangenomen, gezien onze teamopdracht (winnen!). Net als in de vorige ronde, speelde zwarts Lf5 een rol – een heel bijzondere in dit geval. De loper viel mijn dame aan; zwart hoopte (ik denk niet: verwachtte) dat ik Pg3xf5 zou antwoorden, waarop hij Dg6xg2 mat zou hebben geantwoord. Zwart had blijkbaar mijn antwoord Dc2xf5 niet betrokken in zijn berekeningen. Hij meende aldus een stuk te hebben weggegeven en gaf onmiddellijk op, hetgeen ik respecteerde. Echter… een van zwarts clubgenoten liet vervolgens zien dat zwart met Pf4-e2 schaak het witte paard op f4 aanviel. Ik zou het schaak moeten opheffen en daarmee de dekking van Df5 opgeven… Moraal van dit verhaal: geef nooit op in een gewonnen stelling. (hahaha, toevoeging van de editor) 3-1
Hans Reusink met wit op bord 5 kwam gelijk uit de opening, totdat Zwart op de 16e zet met een pionoffer het equilibrium doorbrak. De compensatie welke ik zag was dat mijn e- en f-pion werden gescheiden, die voorheen nog gebroederlijk richting vijandelijke koning keken. Zwart ging duidelijk uit van ‘het principe van twee zwakheden’: met de toren(s) druk uitoefenen op wits achtergebleven c-pion, plus rommelen met dame en loper op de koningsvleugel. Op de 30e zet kon Wit eindelijk zijn c-pion opspelen waarmee de zwakte op c2 werd opgelost. Een zet later kwam hier ook wits b-pion nog bij die en passant de zwarte toren verjoeg. De situatie op de damevleugel was nu vier verbonden witte pionnen tegen twee zwarte. Om promotie te voorkomen moest Zwart een volle toren geven, maar dit wachtte hij niet af, gaf op en zei: “en mijn pion heb ik ook nooit meer teruggezien.” Tussenstand 4-1
Daniel speelt op bord 1 met wit. De tegenstander speelt in 20 seconden 10 zetten theorie in de afruilvariant van het Damegambiet. De witte stelling is prettig te noemen terwijl zwart gedrongen staat. Wit voert met f4, g4 en Dh4 de druk flink op. Zwart krijgt het met een paar ruilen voor elkaar om ten koste van een pion zich te bevrijden. En nu gebeurt er iets raars; wit heeft niet door dat dit een pion heeft opgeleverd ! Teleurgesteld speelt hij verder afvragende hoe zwart het toch voor elkaar heeft gekregen zich te bevrijden. Na een gevecht om de open lijnen komt de zwarte dame binnen met eeuwig schaakdreigingen en biedt remise aan. Wit die zijn voordeel niet ziet, neemt dit aanbod aan. 4,5 – 1,5
Peter Paul speelt met zwart een Franse verdediging. Normaal wel prettig maar vandaag koos ik het verkeerde plan in een voor mij ongebruikelijke variant. Gelukkig kon ik het in het in de overgang naar het middenspel weer gelijk maken. Mijn tegenstander bood daarop remise aan. Aangezien we nergens duidelijk beter stonden speelde ik door. Helaas, weer het verkeerde plan en nu profiteerde wit wel. 4,5 -2,5
Joop (altijd) met zwart; mijn tegenstander speelde een passieve opening en daardoor kreeg ik al snel voordeel in de opening. Op de 15e moest wit al kiezen voor 1 pion inleveren of de kwaliteit geven.
Op de 18e zet kwam wit middels een dubbele aanval met zijn paard weer goed terug. Hij speelde zijn paard naar het sterke veld op c6 en ik kwam klem te staan met mijn stukken. Na zeker 30 minuten vond ik de oplossing: ik zette bewust mijn loper in om zijn paard te kunnen vangen! Er kwam uiteindelijk een eindspel op het bord met beide 1 dame, 2 torens en 5 pionnen. Alleen mijn koning stond niet zo veilig als de witte. Ik ruilde niet geheel goed af en wit won mijn belangrijke pion op a6; ik ging vol in de aanval en wit verdedigde zich niet goed. Uiteindelijk was de tussenstand op 4 1/2 – 2 1/2 gekomen voor ons team en we besloten de strijd maar te staken en besloten tot remise.
Hiermee wordt een mooie overwinning bereikt van 5-3. Het bleek al spoedig dat De Baronie verloren heeft. Bij de Chinees was het wachten op de laatste uitslag van Helmond. Laat op de avond, na een belletje, bleken zij een gelijkspel 4-4 te hebben gespeeld. Daardoor is Nuenen kampioen geworden in de poule ! Een mooie teamprestatie.