Je sjokte op zo maar een maandagavond de speelzaal in om een partijtje van je geliefde schaak te spelen. Behoedzaam (zoals altijd) keek je op de lijst op zoek naar wie je tegenstander was en glimlachte als je hem ontdekt had. Je schoof aan, zette de stukken goed en beheerst toverde je een mooie opening uit je brein. Als in een rustig tempo maar ……langzaam kwam het vosje in je naar je boven en verslond je menigmaal je tegenstander met huid en haar en toonde weer je glimlach. Maar de laatste keer dat ik tegen je speelde had je weer een opening waar ik de ballen van snapte, je kwam een pion voor en je bood remise aan. “Hé” dacht ik, “is dit nu het begin van het einde?”. Ik bood je ook eens een baan aan terwijl ik een arm om je heen sloeg en jij haast verzoop in mijn lichaam. “Dan koop ik een hengel voor je, kan je mooi bij mij bij de vijver zitten: je ben een ideale tuinkabouter”. Je glimlachte: “En hoe is het nou met jou?”. Langzaam sjokte je de speelzaal weer uit. “Hé Harry, als ze een film van jou maken en die vertraagd afdraaien dan sta je stil”. En nu sta je stil. Terwijl jij stilstaat beginnen bij ons de herinneringen. Als in de toekomst iemand vraagt wie was Harrie Vrijhoeven dan antwoord ik met een glimlach en drie woorden “Een lief menneke”.
Rust zacht Harry je heb het verdient.
Bibi