Alle berichten van Leon Driessen

Over en Uit

In de laatste aflevering van deze ‘pop-up’ rubriek vindt u twee niet al te ingewikkelde opgaven met niet te veel stukken op het bord.

De oplossingen vindt u elders op deze pagina.

Tot ziens in de Goudvink!
Robert Hempelman

Opgave 33. Wit speelt en wint.
Opgave 34. Wit speelt en houdt remise.

Oplossingen van de opgaven van 10 augustus.

Opgave 30. Wit houdt remise door middel van eeuwig schaak.
1. Db8!  Kb6 (Dxb8?  2. Ld6#)
2. Da7+ Kc7 (Kxa7? 3. Lc5++  Kb8  4. Ld6#)
3. Db8+ Kd8
4. Dd6+ Ld7
5. Db8+ remise. De koning kan niet aan eeuwig schaak ontsnappen.

Opgave 31. Wit wikkelt af naar een theoretische remise.
1. g8L!  Txf8 pat. Na Tc7 ontstaat een eindspel met T tegen L: theoretisch remise.
1. g8D? Txf8  2. Dxf8  Txf8+ en zwart wint.

Opgave 32. Wit bereikt remise door middel van een eeuwige aanval.
1. Kg6!  d3
2. Ta2  La3
3. Kf7!  d2 (3. … e2? 4. Ta1)
4. Ta1  Lc1
5. Kg6!  La3
6. Kf7  Lc1 Remise. Wit blijft mat dreigen.  
(Bondarenko en Kakovin, 1954)
   

Oplossingen van de opgaven van 23 augustus.

Opgave 33.  Wit wint als volgt.
1. Kf7!  Kh7  2. g4!  a2  3. g5!  hxg5 Er dreigde 4. Txh6#.
4. Txb2!  a1D  5. Th2#
(Lurye & Mitrofanov, 1983)

Opgave 34. Wit bereikt als volgt remise.
1. Th5!!  d6  2. Th2!!  d5  3. Th5!  d4  4. Th2!  d3  5. Txh6+  Kxh6 pat.
(Mironenko, 1983)

Door het oog van de naald

Witspelers opgelet! Zwartspelers trouwens ook! In de 14e en voorlaatste aflevering van deze rubriek presenteren wij drie stellingen waarin wit nog juist het vege lijf weet te redden. De witte koning kruipt heel nederig op verschillende manieren door het oog van de naald.

De oplossingen verschijnen hier over twee weken, op maandag 24 augustus.
Robert Hempelman

Opgave 30. Wit aan zet houdt remise.
Opgave 31. Wit aan zet houdt remise.
Opgave 32. Wit aan zet houdt remise.

Oplossingen van de opgaven van 27 juli.

Opgave 28. Zwart wint als volgt.
1. …  Dc4+!  2. Lxc4  Txh2, even later gevolgd door Th1#.
1. … Txh2?? 2. Dxf8+  Kxf8  3. Te8#. En daarom moest Lb5 weggelokt worden.
(Bunyan – Crowl, 1934)

Opgave 29. Wit houdt als volgt remise.
1. a4+  Kb6  2. Lf2  c1D 3. Txc5  Dxc5  4. Kh1!  Dxf2 pat.
(H. Matheson, 1913)

Op naar het nieuwe seizoen

Dit is al weer de dertiende aflevering van deze gelegenheidsrubriek. Er volgen nog twee afleveringen, op 10 en 24 augustus.
Op 31 augustus gaat ons nieuwe schaakseizoen van start met een inloopavond. Hopelijk zien wij elkaar allemaal in goede gezondheid terug.

Vandaag twee niet al te lastige opgaven, waarmee u zich kunt voorbereiden op partijen met tegenstanders van vlees en bloed in de Goudvink.

De oplossingen verschijnen hier over twee weken, op maandag 10 augustus.

Robert Hempelman

Opgave 28. Zwart speelt en wint.
Opgave 29. Wit aan zet en houdt remise.

Oplossingen van de opgaven van 13 juli.

Opgave 26. Wit won als volgt.
1. Dxd7!  Txd7  2. Te8+  Kh7  3. Tcc8  Td8  4. Texd8! Zwart gaf op. En niet Tcxd8, waarna zwart nog hoop mag koesteren.
(Aljechin – Colle, 1925)

Opgave 27. Wit wint als volgt.
1. De6  Kxb4  2. De1+
1. …      cxb4  2. Db6+!
1. …      a6  2. Tc4
1. …      c4  2. Kc3
(A.F. MacKenzie, 1889)

zware stukken

In het schaakspel bedoelt men met de zware stukken de torens en de dame. Vast niet politiek correct om de dame een stuk te noemen en dan ook nog eens zwaar, maar voor zover mij bekend zijn er nog geen actiegroepen in de weer om deze misstand aan de kaak te stellen. 
Deze week twee opgaven met dames en torens in de hoofdrol.

De oplossingen verschijnen hier over twee weken, op maandag 27 juli.
Robert Hempelman

Opgave 26. Wit speelt en wint.

Opgave 27. Wit geeft mat in drie zetten.

Oplossingen van de opgaven van 29 juni.

Opgave 24. Wit wint als volgt.
1. Pe4!  Ke6/Kc4  2. Df7#
    . . . . Kxe4  2. Df3#
    . . . .   Kc6  2. Dd6#
(Fadil Abdurahmanovic, 1957)


Opgave 25. Zwart wint als volgt.
1. …  Lf3!  (dreigt Th1#) 2. Ke1  Td4! en Td1# als de schaakjes op zijn. Svidler zag de voortzetting Td4 over het hoofd…

(Carlsen – Svidler)

Houten stukken

Het is vandaag zo warm dat de plastic stukken op het schaakbord smelten, dus heb ik snel de houten ‘zondagse’ stukken voor de dag gehaald. Vandaag twee overzichtelijke stellingen, met niet al te ingewikkelde opdrachten. In diagram 24 is de zwarte koning omsingeld door de witte strijdkrachten en een snelle winst is dan ook in zicht.
Diagram 25 is een momentopname uit een partij Carlsen-Svidler. Zwart speelde Kc7 om zijn loper te dekken en zag daardoor helaas mat in enkele zetten over het hoofd…

De oplossingen verschijnen hier over twee weken, op maandag 13 juli.

Robert Hempelman

Opgave 24. Wit geeft mat in twee zetten.
Opgave 25. Zwart aan zet wint.

Oplossingen van de opgaven van 15 juni.

Opgave 22. Wit wint als volgt.
1. … Ka8  2. Pd5  e3  3. Pb6+  Ka7  4. Pc8+  Ka8  Pd7  e2  5. Pdb6#.
(Bobotsov – Bogatirchuk, 1954) Zonder de zwarte pion is het eindspel natuurlijk remise.

Opgave 23. Wit wint als volgt.
1. De2  Lb7  2. Df1+  Ka2  3. Df7+  Ka3  4. Dxb7 en wint.

121.110.528

Dit kolossale getal geeft aan het aantal mogelijke stellingen dat met niet meer dan vijf stukken kan worden gegenereerd. Dit feit ontleen ik aan een krantenartikel uit 1986, dat beschrijft hoe destijds met behulp van van computers is aangetoond dat een aantal eindspelen die gewoonlijk als remise worden beschouwd, wel degelijk te winnen zijn – in elk geval door de computer. Een voorbeeld van zo’n eindspel is Koning + Dame + pion versus Koning + Dame. De pluspion maakt dus winst mogelijk, maar u zult dan wel de vijftigzettenregel op moeten schorten door zo nu en dan een schaak te geven of een pionzet te doen.

Er zijn in de loop van de geschiedenis uitzonderingen op die roemruchte vijftigzettenregel voorgesteld – en toegestaan! Bijvoorbeeld de beroemde krachtsverhouding K + 2P versus K + pion (zie opgave 22), voor welk zeldzaam eindspel u een tijd lang maar liefst honderd zetten de tijd kreeg. Inmiddels zijn alle uitzonderingen geschrapt door de FIDE.

Opgave 22. Zwart aan zet. Hoe wint wit?

Een ander eindspel (dame versus twee lopers) dat door de computer onderzocht is, ziet u in opgave 23. Vanuit de oorspronkelijke stelling (Wit: Ka8, Da1, Zwart: Kd7, Lc5, Ld5) zijn er inmiddels maar liefst 67 (!) zetten uitgevoerd, waarbij wit zijn opponent langzaam maar zeker naar de rand van het bord (en de afgrond) heeft weten te drijven. Hoe maakt u wits zegetocht met enkele zetten af?

Opgave 23. Wit aan zet wint.

De oplossingen verschijnen hier over twee weken, op maandag 29 juni.

Robert Hempelman

Oplossingen van de opgaven van 15 juni.

Opgave 20. Wit won als volgt.
1. Lxb5  axb5  2. Pdb5  Dc4 (2. … Db8  3. Pa7+  Kc7 4. Pcb5#) 3. b3  Pxb3  4. axb3  5. Td4
(Leko – Raychman, 1992)

Opgave 21 Wit won als volgt.
1. Lxf6  Dxg1+ (1. … gxf6 2. Txg6+  fxg6 3. exf6  Lxf6  4. Ld3) 2. Ke2  Dxa1 3. Dxe7+  Kg8  4. De8+  Kh7  5. Ld3+  g6 6. Dxf7#
(Arthes – Alten, 1909)

Offerbereidheid

Er is niets mis met wits offerbereidheid in de onderstaande stellingen. Als u als aanvoerder van de witte strijdkrachten zorgvuldig te werk gaat, zal uw offer een investering met gegarandeerd rendement blijken te zijn. U zult namelijk merken dat in het verleden behaalde resultaten hier wel degelijk een garantie voor de toekomst bieden, zo liet Leko lang geleden al in nr. 20 zien, en Arthes nog veel langer geleden in nr. 21, en dan ook nog eens dubbel en dwars …
U bent aan zet, met alles te winnen, en niets te verliezen. De stukken zijn er klaar voor …
Veel plezier!

De oplossingen verschijnen hier over twee weken, op maandag 15 juni.

Robert Hempelman

Opgave 20. Wit aan zet wint.

Opgave 21. Wit aan zet wint.

Oplossingen van de opgaven van 18 mei.

Opgave 18. Wit houdt als volgt remise.
1. Pg4+  hxg4 2. d4+  Kf5  3. Th1! Wit bouwt aan zijn ‘vesting’: een ondoordringbare patstelling.
3. … Df8  4. Ke1  Da8  5. Kf1  Da6  6. Kg1 Zwart kan niet infiltreren via de f1-a6 diagonaal. Remise!
(Hasek, 1951)

Opgave 19. Wit wint als volgt.
1. Lg7  Thg8  (Lxg7  2. Te8  Txe8  3. Txe8+) 2. Df7! (Tukmakov – de la Riva, 1993)

Vesting

My home is my castle, zegt men in Engeland (soms). In diagram 18 kan de witte koning het vege lijf redden door zich op te sluiten en wel niet in, maar met zijn castle (= toren).
In opgave 19 klopt wit aan bij de kasteelpoort en niet tevergeefs. Ziet u hoe wit wint?

De oplossingen verschijnen hier over twee weken, op maandag 1 juni.

Robert Hempelman

Opgave 18. Wit aan zet houdt remise.
Opgave 19. Wit aan zet wint.

De oplossingen van de opgaven van 4 mei.

Opgave 16. Wit won als volgt.
1. Dxf7+!  Pxf7  2. Txf7!  Kxf7 (2. … Pd4  3. Tf8#)  Tf1+  Ke8  4. Tf8#
(Rusakov – Kalinkin, 1962)

Opgave 17. Wit aan zet kan als volgt winnen.
1.  f6!  gxf6  2. f4  Kd5  3. g5  fxg5  4.  fxg5  Ke5  5. gxh6  Kf6  6. Kc2. Op zeker moment in de nabije toekomst zal de zwarte koning het vierkant van pion h6 moeten verlaten.
(Edward Lasker – Moll, 1904)

Doorbraak

Deze week bieden wij twee opgaven die het thema doorbraak illustreren. In de eerste stelling (16) heeft zwart zich verschanst in wat toch een kwetsbare stelling is – zo te zien is de zwarte vorst van een korte rokade teruggekomen. De tweede opgave (17) laat weer eens zien dat in een pionneneindspel een minder goede (of gewoonweg slechte) zet voldoende kan zijn om de winst te verzekeren – van de opponent, wel te verstaan…

De oplossingen verschijnen hier over twee weken, op maandag 18 mei.

Robert Hempelman

Opgave 16. Wit aan zet.
Opgave 17. Wit aan zet
Wit speelde 1. f4? f6! 2. g5 Kd3 en zwart won.
Hoe had wit wél kunnen winnen?

De oplossingen van de opgaven van vorige week (27 april)

Opgave 14. Wit wint als volgt.
1. Da4+  Kd2 (c1)  2. Da5+  Kd1  3. Dh5!  Kd2  4. Dg5+  Kd1  5. Dg4!  Kd2  7. Dg2  Kd1  8. Kxe4!  e1D 9. Kd3 en wint.

Opgave 15. Wit wint als volgt.
1. Kxe1  Da1  2. h3!!
[2. h4?  Da2  3. h5  Da1  4. h6  Da2  5. h7  Da1  6. h8P  Da2  7. Pf7  Da1  8. Pd8  Da2  9. Pb7  Da1  10. Pxc5  Da2  11. Pb7  Da1  12. Pa5  Da2  13. Pxc4  Da1  14. Pa5  Da2 remise.]
2. … Da2  3. h4  Da1  4. h5  Da2  5. h6  Da1 6. h7  Da2  7. h8P!  Da1  8. Pf7  Da2  9. Pd8  Da1  10. Pb7  Da2  11. Pxc5  Da1  12. Pb7!  Da2  13. Pa5  Da1  14. Pxc4  Da2  15. Pa5  Da1  16. Pxb3#

De Lange Adem

Een lastige partij winnen vergt soms een lange adem, bijvoorbeeld in het (toegegeven, onwaarschijnlijke) eindspel toren plus loper versus twee paarden. De sterkste partij heeft maar liefst 220 zetten nodig om te winnen; pas na zo’n 200 zetten wordt er een stuk geslagen…

Deze week twee opgaven, waarin een (iets minder) lange adem een rol speelt. Wit wint weliswaar niet in enkele zetten, maar moet nauwkeurig blijven spelen (hint: de zetten in de juiste volgorde doen) om uiteindelijk zijn geduld beloond te zien.
(De kans dat u ooit een stelling als die in diagram 15 op uw bord krijgt, is uiteraard uiterst klein: probeert u maar eens zo’n enorm materiaal overwicht in zo’n kansloze piramidale positie te persen…)

De oplossingen krijgt u in de rubriek van 4 mei.

Robert Hempelman

Opgave 14: Wit aan zet wint.
Opgave 15: Wit geeft mat in 16 zetten.

De oplossingen van de opgaven van vorige week (20 april)

Opgave 11. Wit wint een stuk met 1. Le2!

Opgave 12. Zwart wint eenvoudig met 1. … Tf3! De toren mag niet genomen worden op straffe van 2. … Dg1#.

Opgave 13. Zwart wint als volgt een stuk: 1. … Pxd4 2. Dxd4  c5 3. Dd2 c4! en de loper gaat verloren.